Trauma's uit kindertijd: anders voor man en vrouw

Mannen en vrouwen worden heel verschillend beïnvloed door trauma’s uit hun kindertijd. Vrouwen met psychische problemen in het latere leven hebben vaker te kampen gehad met emotioneel trauma en seksueel misbruik in hun jeugd. Terwijl psychische klachten bij mannen eerder het gevolg zijn van emotionele en fysieke verwaarlozing in hun kindertijd. Dat is de conclusie van een internationale studie onder leiding van de Universiteit Maastricht (UM).

Zowel mannen als vrouwen ondervinden ernstige psychische gevolgen van emotionele mishandeling in de kindertijd, maar dit verband is bij vrouwen twee keer zo sterk als bij mannen

Symptomen volwassenen

De onderzoekers presenteren de bevindingen zondag tijdens het European Congress of Psychiatry in de Franse hoofdstad Parijs. Een internationaal team van onderzoekers uit Nederland, Turkije, Italië, België, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten analyseerde de gegevens van 791 vrijwilligers met betrekking tot trauma’s uit hun jeugdjaren. Die vrijwilligers werden ook getest op actuele psychische problemen, zoals bijvoorbeeld fobieën, angsten of depressies. Daarmee konden de onderzoekers het soort trauma uit de kindertijd associëren met de symptomen die dezelfde personen als volwassenen lieten zien.

Bij vrouwen twee keer zo sterk verband

Uiteindelijk bleek dat zowel mannen als vrouwen ernstige psychische gevolgen ondervinden van emotionele mishandeling in de kindertijd, maar dat dit verband bij vrouwen ongeveer twee keer zo sterk is als bij mannen. Verwaarlozing in de kindertijd, fysiek en emotioneel, konden de onderzoekers daarentegen wel in verband brengen met latere psychische problemen bij mannen, maar niet bij vrouwen.

Impact op latere leeftijd

Kindertrauma als risicofactor voor veel psychiatrische stoornissen is volgens de universiteit al wel langer bekend, maar niet met zulke genderspecifieke kenmerken. “Identificatie van genderspecifieke aspecten bij de impact van trauma op mentale problemen in het latere leven kan heel waardevol zijn voor het onderzoek naar mechanismen van veerkracht en kwetsbaarheid”, zegt Bart Rutten, mede-onderzoeker en hoogleraar psychiatrie aan de UM. “Op termijn gaat dat zeker van belang zijn voor een meer patiëntgerichte inzet van behandelingen.”